Een goed klimaat voor ontwikkeling

Periodieke rapportage klimaatbeleid 2016-2022

Rapport
Vrouw kijkt uit het raam van haar woning in Bangladesh, dat onder water is komen te staan door overstromingen
Beeld: ©Carel de Groot

Resultaten – Periodieke rapportage internationaal klimaatbeleid

De opwarming van de aarde vormt een steeds urgenter probleem. Weersomstandigheden worden extremer, de kans op natuurrampen neemt toe. De armste mensen in de minst ontwikkelde landen beschikken over de minste middelen om zich hiertegen te wapenen. Zij worden het hardst getroffen door de gevolgen van klimaatverandering. Nederland zet daarom in op klimaat binnen ontwikkelingssamenwerking. In deze periodieke rapportage (PR) is dit Nederlandse internationale klimaatbeleid geëvalueerd.

Onderzoek

Deze PR richt zich primair op de periode 2016-2021 en bevat enkele updates voor 2022. De hoofdvraag luidt: Hoe heeft het Nederlandse internationale klimaatbeleid ontwikkelingslanden ondersteund?

Om het antwoord op deze vraag te vinden, is gekeken naar drie evaluaties die eerder door IOB uitgevoerd werden. Dat zijn de evaluatie van klimaatfinanciering (2021), van klimaatdiplomatie (2023) en klimaatadaptatie (2023). Aanvullend is onderzoek gedaan naar klimaatmitigatie, interdepartementale afstemming en ontbossing. Tot slot is ook gebruik gemaakt van data verzameld binnen het nog lopende onderzoek voor de periodieke rapportage over beleidscoherentie op het vlak van water, voedselzekerheid en klimaat.

Collage van ontbossing, aanplant mangrovegebied en aanplant bomen tegen verwoestijning
Beeld: ©Rich Carey / UNEP / Canva

Conclusies

Hieronder worden de belangrijkste bevindingen uit de evaluatie kort beschreven. Hierbij is onderscheid gemaakt naar hoofdbevindingen en overige bevindingen. De hoofdbevindingen komen voort uit het voor deze PR uitgevoerde onderzoek naar de effectiviteit en efficiëntie van klimaatfinanciering, klimaatdiplomatie en klimaatadaptatie. De overige bevindingen hebben betrekking tot de samenhang (coherentie) van het beleid.

Hoofdbevindingen

De strategie voor klimaatdiplomatie was effectief.

De strategie voor diplomatie, waarbij Nederland andere landen aanspoorde om hogere ambities te stellen voor het terugdringen van broeikasgasuitstoot, was goed. De beleidsdirectie zette ambassades en andere spelers in. De samenwerking met bedrijven, experts, organisaties en landen die dezelfde doelen nastreven, was effectief en hielp hogere klimaatambities te bevorderen.

Vier hoofddoelen op financiering zijn behaald.

In de meeste jaren zijn vier grote doelen en streefcijfers van het beleid gehaald:

  1. Er werd de laatste jaren ongeveer 1,25 miljard euro per jaar besteed, zoals gepland.
  2. Hiervan ging ruim 50% naar klimaatadaptatie (aanpassing aan klimaatverandering).
  3. Ruim 50% kwam ten goede aan lage-inkomenslanden.
  4. Private financiering leverde ongeveer 50% van de Nederlandse klimaatfinanciering.

IOB plaatst hierbij wel een belangrijke kanttekening: de financiering was niet nieuw en kwam niet bovenop het bestaande ontwikkelingsbudget, terwijl dat in het kader van het VN-Klimaatverdrag wel was afgesproken.

Arme en kwetsbare groepen worden te weinig betrokken en bereikt.

  • De onderzochte projecten voor klimaatadaptatie besteedden onvoldoende aandacht aan kwetsbare groepen en de risico’s die zij lopen door klimaatverandering. Het ontbrak soms ook aan goede analyses en strategieën.
  • Er is daarnaast weinig bekend over het aantal mensen en de doelgroepen die zijn bereikt, mede vanwege een gebrek aan monitoring en evaluatie op dit aspect.
  • Zij worden ook onvoldoende betrokken en hun eigenaarschap over de activiteiten is beperkt.
  • Meer in het algemeen richten de onderzochte fondsen en programma’s zich onvoldoende op achtergestelde groepen en een ‘rechtvaardige’ overgang naar duurzame (energie-)\systemen die goed zijn voor het klimaat.

Investeringen uit de private sector kunnen waarde toevoegen.

Door met publiek geld in te zetten op extra investeringen vanuit de private sector komen extra middelen voor klimaatactie vrij. Het is soms onduidelijk of de activiteiten die door de private fondsen ondersteund worden, echt iets toevoegen aan ontwikkeling. Ook is vaak niet duidelijk of de publieke fondsen de private investeerder iets bieden wat niet al door de financiële markt geboden wordt.

Overige bevindingen

Voor coherentie (de samenhang van het beleid) is het goed langetermijnstrategieën te ondersteunen. 

  • Kortetermijndenken kan ertoe leiden dat interventies die wel effectief zijn op korte termijn op lange termijn niet duurzaam zijn. Ze houden bijvoorbeeld geen rekening met toekomstige klimaatverandering en afnemende beschikbaarheid van water. Het is dus belangrijk om bestaande langetermijnstrategieën op het gebied van klimaat, water en voedselzekerheid te ondersteunen, zo nodig nieuwe op te stellen en ze consequent toe te passen. 
  • De ontwikkeling van klimaatslimme strategieën op het gebied van voedselsystemen op nationaal niveau is nodig om ook op lange termijn effectief te kunnen optreden. Hierbij kan het ministerie een voorbeeld nemen aan de sector waterbeheer, waar dit soort strategieën op nationaal niveau al langer bestaan.

Het binnenlandse en het internationale klimaatbeleid zitten niet op één lijn.

  • Internationaal is Nederland heel ambitieus en anderen spoort andere landen aan meer te doen om broeikasgassen terug te dringen.
  • Het binnenlands klimaatbeleid blijft echter achter bij de beloftes.
  • Het niveau van ambitie is dus niet met elkaar in overeenstemming.
Collage van antarctisch gebied, vrouw in kas in Afghanistan, en boten in de Comoren waar vervuild water de kustgebieden bedreigt
Beeld: ©Ruzdi Ekenheim / UNDP Afghanistan / IWRM AIO SIDS

Aanbevelingen

Hieronder worden de aanbevelingen uit de evaluatie benoemd en van een korte uitleg voorzien. In het rapport wordt een uitgebreide toelichting gegeven.