NIEUWSBERICHT – Evaluatie Nederlands beleid voor humanitaire hulp
Evaluatie van zes jaar humanitair beleid: Nederland maakt goede keuzes, maar lokale organisaties spelen nog niet de rol die hen toekomt.
Nederland geeft rond de 420 miljoen EUR per jaar uit aan eerste levensbehoeften voor mensen in nood. Het gaat bijvoorbeeld om medische zorg, onderdak, voedsel en schoon drinkwater. Daarmee worden veel mensenlevens gered. Dat concludeert IOB in het rapport ‘Trust, Risk and Learn’ op basis van een brede beleidsevaluatie en veldwerk in Zuid-Soedan, Jemen en Syrië.
Financiering
Internationale humanitaire organisaties (de VN, het Rode Kruis en ngo’s) kunnen hulp bieden met het geld dat ze ontvangen. Doorgaans komt deze hulp, mits hulpverleners toegang hebben, daar aan waar deze het hardst nodig is. De manier waarop Nederland samenwerkt met humanitaire hulporganisaties is effectief. De flexibele meerjarige financiering stelt hulporganisaties in staat om snel en adequaat te reageren op noodsituaties overal ter wereld.
Op twee belangrijke thema’s binnen het beleid gaat het minder goed. Uit de evaluatie blijkt dat Nederland meer kan doen om lokaal geleide humanitaire hulp te bevorderen. Ook kan Nederland de humanitaire hulp beter aan laten sluiten bij langetermijnhulp. Wanneer lokale spelers meer invloed uit kunnen oefenen op de humanitaire hulp, zo stelt IOB, dan komt dit de relevantie en de langetermijneffecten van de hulp vaak ten goede.
Diplomatie
Het Nederlandse beleid is niet alleen gebaseerd op financiering. Nederland oefent ook diplomatieke invloed uit om mensen in nood beter te kunnen helpen. Uit de evaluatie blijkt dat hiermee belangrijke resultaten zijn bereikt. Zo lukte het bijvoorbeeld goed om hulporganisaties ertoe te bewegen ook mentale en psychosociale zorg te bieden in noodhulpsituaties. Daarnaast speelt Nederland in samenwerking met andere landen een constructieve rol in het bevorderen van de coördinatie van humanitaire hulp.
Aanbevelingen uit de evaluatie
In het evaluatierapport wordt een aantal aanbevelingen geformuleerd.
Zo doet Nederland er goed aan om door te gaan met de flexibele meerjarige hulp via een aantal betrouwbare en ervaren organisaties. Deze manier van financieren kan Nederland ook actief promoten bij andere donoren. Maar, Nederland zou wel meer voorwaarden moeten stellen aan de manier waarop deze internationale organisaties samenwerken met hun lokale partners. Lokale partners moeten meer zeggenschap krijgen over de humanitaire hulpverlening. Internationale organisaties moeten de noodhulpcapaciteit in de landen zelf structureler aanvullen en versterken. En donoren kunnen dit faciliteren, bijvoorbeeld door de risico’s die gepaard gaan met humanitaire hulpverlening gelijkelijk te delen met hun internationale en lokale partners.
Nederland kan ook actiever zoeken naar manieren om hulp beter aan te laten sluiten bij langetermijnoplossingen. Dat is geen gemakkelijke opgave, vooral niet in grootschalige crises waar instabiliteit en politieke gevoeligheden een grote rol spelen. Maar, in een aantal contexten kan op dit gebied meer bereikt worden. Nederland kan bijvoorbeeld meer maatwerk bieden en budgetten flexibeler inzetten. Nederlandse ambassades kunnen met hun kennis en netwerk bijdragen aan het verbeteren van de aansluiting bij langetermijnontwikkeling.
Nederland kan dit alles niet alleen. Er moet samenwerking zijn met andere grote donoren. Dat is niet alleen een kwestie van geld maar ook van diplomatie. Daar zijn specifieke kennis en vaardigheden voor nodig. IOB raadt aan om de Nederlandse humanitaire diplomatie te verstevigen door duidelijke keuzes te maken over een beperkter aantal doelstellingen. Nederlandse diplomaten die zich met humanitaire hulp bezighouden, moeten ook beter worden ondersteund door training en begeleiding vanuit Den Haag.
Een andere aanbeveling luidt, dat Nederland structureler aanhaakt bij gelijkgezinde donoren, die over meer capaciteit beschikken. IOB raadt bijvoorbeeld aan om meer in te zetten op de samenwerking met een grote speler als ECHO, de afdeling voor humanitaire hulp van de Europese Commissie. Zo’n samenwerking stelt Nederland beter in staat te monitoren en te leren van wat er gebeurt om zo toekomstbestendige effectieve humanitaire hulp te kunnen blijven bieden die aansluit bij langetermijnoplossingen en voldoende aandacht heeft voor lokaal leiderschap.
IOB is de inhoudelijk onafhankelijke directie op het ministerie van Buitenlandse Zaken die met hoogwaardig evaluatieonderzoek wil bijdragen aan een zo effectief mogelijk internationaal beleid van Nederland.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Johanneke de Hoogh (onderzoeksleider) op 0703487484, of Peter van der Knaap (directeur IOB) op 0703487548.
Bijlagen
-
Resultaten – Evaluatie van het Nederlandse beleid voor humanitaire hulp
IOB heeft geëvalueerd hoe succesvol Nederland is geweest in het bereiken van humanitaire beleidsdoelen in de periode 2015-2021. ...
-
Evaluatie Nederlandse beleid voor humanitaire hulp – Trust, risk and learn
Nederland verleent hulp aan mensen die getroffen zijn door een humanitaire crisis. Dat gaat om zowel financiële steun aan ...