Rapport – Volkshuisvesting Curaçao. Evaluatie huisvestingsprogramma van de Fundashon Kas Popular

In september 1988 verzocht de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken zijn collega van Ontwikkelingssamenwerking om onder leiding van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking te Velde (IOV) een evaluatie te laten uitvoeren naar de hulp die in de periode 1979-1989 is gegeven te behoeve van ontwikkeling van de volkshuisvesting op de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit verzoek was gebaseerd op het besluit dat tijdens het eindoverleg met de Nederlandse Antillen en Aruba eind 1987 dat een dergelijke evaluatie gewenst zou zijn. De hulp betreft de oprichting en ondersteuning van drie woningstichtingen op respectievelijk Curaçao, Aruba en Bonaire.
In Nederland is het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (KABNA) verantwoordelijk voor de coördinatie van de ontwikkelingsactiviteiten met de Nederlandse Antillen en Aruba.

De evaluatie werd gevraagd voor - en richt zich daarom op - de twee grootste stichtingen, te weten de Fundashon Kas Popular (FKP) op Curaçao en de Fundashon Cas pa Communidad Arubano (FCCA) op Aruba. Dit rapport betreft uitsluitend FKP.
Een evaluatie van FKP werd wenselijk geacht omdat in de periode 1979-1989 de volkshuisvesting een van de belangrijkste actoren was in de ontwikkelingssamenwerking met Curaçao - de Nederlandse bijdrage aan FKP was ongeveer ƒ 247,0 miljoen of circa 30% van de fondsen die Nederland voor ontwikkelingsprojecten op Curaçao in die periode heeft besteed - en omdat er onvoldoende inzicht was in de mate waarin de doeleinden die aan de totstandkoming van deze woningcorporatie ten grondslag liggen zijn gerealiseerd.

In overleg met Curaçao is afgesproken dat de evaluatie door Nederland en Curaçao gezamenlijk zou worden uitgevoerd ('joint evaluation').