Richting geven aan internationale veiligheid

Periodieke rapportage art. 2 ‘Veiligheid en stabiliteit’ 2015-2022

Rapport
Illustratie van wereldbol in de ruimte met connecties tussen landen
Beeld: ©Shutterstock

Resultaten – Periodieke rapportage artikel 2 ‘Veiligheid en stabiliteit’

IOB heeft artikel 2 van de begroting voor Buitenlandse Zaken (BZ) geëvalueerd voor de periode 2015-2022. Het beleid onder dit begrotingsartikel richt zich op het thema ‘Veiligheid en stabiliteit’. Deze Periodieke rapportage (PR) betreft een synthesestudie, waarin bestaande evaluaties en onderzoeken op de deelterreinen van artikel 2 zijn meegenomen.

Achtergrond

Icoon van een kompas voor de introductie of achtergrond

Veiligheid is door de jaren heen een steeds breder gedefinieerd begrip geworden. Voorheen werd veiligheid (internationaal) vooral vanuit een militair perspectief bezien en waren conflicten conventioneel van aard. Maar als gevolg van nieuwe (hybride) dreigingen en ontwikkelingen zijn nieuwe thema’s inmiddels onderdeel geworden van het veiligheidsbeleid, zoals cyberveiligheid, economische veiligheid en kunstmatige intelligentie. Waar voorheen vooral statelijke actoren een rol speelden in het buitenlands veiligheidsbeleid, gaat er nu ook dreiging uit van niet-statelijke actoren (in bijvoorbeeld terrorisme en internationale criminaliteit).

Veel van deze grensoverschrijdende dreigingen, waar Nederland ook aan blootstaat, zijn erg omvangrijk en complex. Dit vraagt om een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband. De activiteiten waarmee resultaten op dit vlak worden nagestreefd, kunnen onderscheiden worden naar drie typen: diplomatieke inzet in internationaal verband, financiering van beleidsondersteunende programma’s en projecten, en bijdragen aan militaire missies.

Deze PR is gebaseerd op een synthese van eerder uitgevoerde evaluaties van programma’s en beleid onder artikel 2. Aanvullend is er een beperkt aantal interviews afgenomen. De conclusies en aanbevelingen uit dit onderzoek kunnen worden meegenomen in de geplande Buitenland- en Veiligheidsvisie (BVV), waarin de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden verder wordt uitgewerkt voor het buitenlandbeleid.

Centrale vraag

Welke overkoepelende bevindingen en lessen kunnen er worden geformuleerd met betrekking tot de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van de onder BZ artikel 2 'Veiligheid en Stabiliteit' ingezette beleidsinstrumenten op basis van de onderliggende evaluaties en hoe is er opvolging gegeven aan de gedane aanbevelingen?

Collage van vlaggen in Straatsburg, VN-helmen, en de vlag van Nederland en de VN buiten bij het kantoor van de minister-president
Beeld: ©EU-EP / Defensie / UN, Rick Bajornas

Belangrijkste conclusies

Icoon van een vergrootglas voor conclusies en bevindingen

De belangrijkste conclusies uit de PR worden hieronder kort benoemd en toegelicht. Ze worden uitgebreid behandeld in het onderzoeksrapport

Collage van militairen in Abyei, de cover van het cybersecurityrapport en militairen in Mali
Beeld: ©UN, Stuart Price / Shutterstock / Minusma, Gema Cortes

Aanbevelingen

Icoon van een netwerk met verbindingen voor de aanbevelingen

Op basis van deze conclusies zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd. Een gedetailleerdere uitwerking hiervan is te vinden in het hoofdrapport van deze PR.

  • Aanbeveling 1: Breng in de geplande Buitenland en Veiligheidsvisie (BVV) en andere strategieën de oorzaak-gevolgketen tussen activiteiten en einddoelstellingen beter in kaart.
  • Aanbeveling 2: Blijf realistische doelstellingen formuleren die binnen de invloedssfeer van Nederland liggen en zorg voor realistische rapportages over de voortgang.
  • Aanbeveling 3: Directies en departementen moeten gezamenlijk constant aandacht blijven besteden aan de coherentie van beleid en de wijze waarop daar organisatorisch zo effectief mogelijk sturing op wordt gegeven.
  • Aanbeveling 4: In de relatie met andere departementen is het van belang dat BZ duidelijk uitdraagt wat de meerwaarde van BZ is. Daarbij moet BZ aansluiting zoeken bij de belangen van andere departementen.
  • Aanbeveling 5: Zoek naar manieren om het personeelsbeleid van BZ beter aan te laten sluiten bij de specialistische kennis die nodig is op verschillende deelterreinen van veiligheid en stabiliteit. Dit kan bijvoorbeeld door lopende pilots op het gebied van kennisopbouw en domeinsturing – als deze succesvol zijn – formeel vast te leggen en uit te breiden.
  • Aanbeveling 6: Geef meer aandacht aan monitoring en evaluatie om resultaatgericht werken te versterken. Het in kaart brengen van de verwachte oorzaak-gevolgketen tussen activiteiten en doelstellingen is daarvoor noodzakelijk.
  • Aanbeveling 7: Geef invulling aan de in deze rapportage genoemde thema’s (NAVO, hybride dreigingen, economische veiligheid en staatsopbouw) in de komende Strategische Evaluatie Agenda (SEA) en zoek daarvoor – waar relevant – samenwerking met andere betrokken ministeries.