Resultaten – Evaluatie van de internationale COVID-19 respons van Nederland
IOB heeft de Nederlandse COVID-19 respons op het gebied van ontwikkelings- en humanitaire hulp in de periode van 2020-2022 geëvalueerd. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het is één van de tien casestudies van donorlanden en onderdeel van een wereldwijde strategische evaluatie van de COVID-19 Global Evaluation Coalition.
Achtergrond
Op 11 maart 2020 riep de Wereldgezondheidsorganisatie COVID-19 uit tot pandemie. Nederland heeft hierop gereageerd door tussen 2020 en 2022 541 miljoen euro te beschikbaar te stellen om COVID-19 wereldwijd te bestrijden. De financiering werd gebruikt voor ziektepreventie, noodhulp, sociaaleconomische veerkracht, paraatheid van landen en versterking van gezondheidssystemen, en duurzaam en inclusief herstel.
Het grootste deel van de Nederlandse COVID-19 hulp liep via multilaterale kanalen. Nederland verleende in natura ook enige bilaterale hulp. Deze casestudie bekijkt de bilaterale hulp aan Suriname uitgebreider om hier inzicht in te bieden en om de overkoepelende bevindingen en conclusies aan te vullen.
Deze casestudie analyseert de relevantie, coherentie en efficiëntie van de respons, om zo tot een conclusie over de resultaten en lessen te komen.
Belangrijkste onderzoeksvraag
Wat zijn de vroege resultaten van de Nederlandse COVID-19 respons op het gebied van ontwikkelings- en humanitaire hulp, en welke lessen kunnen geleerd worden voor toekomstige crises?
Conclusies
Uit deze studie blijkt dat de Nederlandse respons waarschijnlijk heeft bijgedragen aan het behalen van de internationale en nationale doelstellingen. Een uitgebreide beschrijving hiervan is te vinden in het rapport.
Investeringen in preventiemaatregelen in het buitenland en uitgebreide steun voor de distributie van vaccins via COVAX hielpen de wereldwijde crisis te verlichten. Maatregelen die gericht waren op het verbeteren van de landencapaciteit voor de uitrol van vaccins hebben waarschijnlijk geholpen om de verspreiding van het coronavirus te beperken. De beschikbaarheid van vaccins leidde echter niet noodzakelijk tot een brede dekking in de partnerlanden.
Nederland streefde ernaar om een rechtvaardige verdeling van vaccins door middel van investeringen en donaties te bevorderen. Echter heeft de agressieve inkoop van vaccins op de wereldmarkt door Nederland voor de binnenlandse vaccinatiecampagne de resultaten op dit gebied waarschijnlijk beperkt.
Onderstaande bevindingen op het gebied van relevantie, coherentie en efficiëntie hebben geleid tot deze conclusies.
Zo werd de focus verlegd van noodhulp en sociaaleconomische weerbaarheid in 2020 naar het versterken van gezondheidssystemen in 2022. Politieke en praktische overwegingen speelden echter ook een rol bij de vormgeving van de respons, met name bij de prioritering van COVAX en welke landen bilaterale steun ontvingen.
De interne taakgroepen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken waren de belangrijkste aanjagers van coherentie. Ook droeg de keuze voor multilaterale organisaties hieraan bij. Interdepartementale afstemming ondervond echter enige problemen als gevolg van ad hoc, politieke besluitvorming.
De politieke prioritering van snelle steun en het besluit om grote partners te selecteren droegen bij aan de tijdigheid van de Nederlandse respons. Daarnaast verstrekte Nederland voornamelijk ongeoormerkte en gebundelde financiering waardoor de multilaterale ontvangers hun COVID-19 respons flexibel konden uitvoeren. Nederlandse donaties van vaccins waren echter laat vanwege juridische kwesties en nationale prioriteiten rondom vaccins.
Minister Blok ontvangt zijn Surinaamse collega minister Ramdin in Voorburg, 24 augustus 2020
Flacons met COVID-19 vaccins bij het Serum Institute in Pune, India, 14 januari 2021
Een man met mondkapje loopt langs het IMF-hoofdkantoor in Washington, D.C., Verenigde Staten, 14 oktober 2021
Lessen
De evaluatie komt tot vier lessen. Een uitgebreide beschrijving van de lessen staat in het rapport.
De Nederlandse respons was gebaseerd op relevante informatie, consultatie en deskundigheid van personeel, maar het evaluatieteam heeft geen geïnstitutionaliseerde lessen uit eerdere crisisresponsen gevonden. Verschillende ministeries lieten zich bovendien leiden door verschillende prioriteiten. Dit leidde in combinatie met de incidentele ad hoc politieke besluitvorming tot strategische onzekerheid en incoherenties.
Gebruikmaken van een strategisch crisisresponsplan, met politieke steun op hoog niveau, dat gebaseerd is op eerder geleerde lessen, zou dit tegen kunnen gaan.
Uit dit onderzoek bleek dat Nederland meer had kunnen doen met betrekking tot de doelstelling om de rechtvaardige toegang tot vaccins te verbeteren. Het bijdragen aan rechtvaardigheidsdoelstellingen is complex als er niet actief op gestuurd wordt. Gezien de veranderende internationale behoeften en prioriteiten zou regelmatige focus op wat nodig is voor een rechtvaardige toegang tot vaccins kunnen bijdragen aan een effectievere respons op dit gebied.
Tijdens de pandemie ging 80% van de financiering naar multilaterale organisaties, vergeleken met 49% van reguliere ontwikkelingssamenwerking in de periode 2016-2022. Deze verschuiving werd niet altijd aangestuurd door strategische besluitvorming, maar ook door logistieke overwegingen.
Strategische financieringsbeslissingen zijn in toekomstige crises mogelijk te maken door:
mogelijkheden voor snelle financiering van niet-multilaterale actoren in kaart te brengen
potentiële barrières weg te nemen, en
een transparante stakeholderanalyse uit te voeren
Het gebrek aan informatie over de resultaten van de Nederlandse COVID-19 respons was opmerkelijk. Hoewel lagere monitoring- en evaluatievereisten tijdens crises begrijpelijk zijn, maakt dit gebrek aan gegevens leren moeilijk en stelt het de verantwoording op de proef. Het verkennen van realistische manieren van dataverzameling tijdens crisis kan bijdragen aan het institutionaliseren van geleerde lessen.