Rapport – Nederlands schuldverlichtingsbeleid 1990-1999
In de verhouding tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden hebben in de afgelopen twee decennia weinig onderwerpen tot zoveel discussie, controverses en maatschappelijke actie aanleiding gegeven als de internationale schuldenproblematiek. Er zijn binnen de ontwikkelingssamenwerking ook weinig beleidsterreinen waarop, sinds het uitbreken van de schuldencrisis in 1982, meer geld en energie is geïnvesteerd in pogingen de gerezen problemen het hoofd te bieden.
Alle reden dus voor de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie voor een onafhankelijk onderzoek naar de manier waarop Nederland - als donor én als crediteur - financieel én beleidsmatig heeft bijgedragen aan de verlichting van het schuldenprobleem van ontwikkelingslanden, en vooral, wat dat heeft opgeleverd. Vandaar de IOB-evaluatiestudie Schuldverlichting.
Een probleem dat zich bij een dergelijke evaluatie direct aandient is, dat de input- en de outputkanten van schuldverlichtingsprocessen niet vanuit dezelfde optiek kunnen worden onderzocht. Waar men de Nederlandse inbreng - in termen van financiële middelen en politieke initiatieven - kan reconstrueren en evalueren, geldt dat niet voor de resultaten van schuldverlichtingsmaatregelen. Die zijn namelijk slecht of helemaal niet van de effecten van vergelijkbare inputs van talrijke andere bilaterale en multilaterale actoren te onderscheiden. Bijgevolg kunnen de resultaten van het Nederlandse beleid alleen als onderdeel van de effecten van de gezamenlijke inspanningen van alle actoren zinvol worden bestudeerd. Dat is de reden waarom de bevindingen van deze IOB-evaluatie hun neerslag vinden in twee afzonderlijke rapporten.
De voorliggende publicatie bevat de uitkomsten van het onderzoek naar de totstandkoming en uitvoering van het Nederlandse schuldverlichtingsbeleid in de periode 1990-1999 en kan worden gezien als een retrospectieve procesevaluatie. De studie is uitgevoerd door IOB-evaluator Dick van der Hoek, die ook dit rapport heeft geschreven, daarbij kritisch gevolgd en ondersteund door Dr. A. Geske Dijkstra, verbonden aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Het tweede rapport, dat in evaluatieve zin is te beschouwen als een productevaluatie, brengt de resultaten in beeld die de totale schuldverlichting voor schuldenlanden heeft opgeleverd.