Rapport – Rundveehouderij. Ervaringen van Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van rundveehouderij opgedaan in de periode 1978-1984

Rundvee-houderij-activiteiten komen voor onder de allereerste projecten van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. De grote betekenis van rundvee voor de betekenis van onze Nederlandse landbouw is daaraan niet vreemd. Ook onder de eerste veldonderzoeken van de Inspectie treft men nogal wat rundvee-houderij-activiteiten aan. Naarmate het aantal inspectierapporten groeide, kwam de gedachte naar voren van de individuele rundvee-houderij-rapporten een samenvattend overzicht te maken.

Het onderzoek is gebaseerd op een steekproef van 94 RVH-projecten van ontwikkelingssamenwerking. De Inspectie heeft 23 activiteiten onderzocht in de periode 1978-1984. Elf van de 23 activiteiten zijn evenwel in de jaren 1983-1984 ge(her)inspecteerd, zodat een belangrijk deel van de onderzoeksgegevens van recente datum is. De onderzochte activiteiten richten zich voornamelijk of uitsluitend op rundvee-houderij. De geïnspecteerde activiteiten hebben een beslag gelegd op ƒ 140 miljoen aan committeringsmiddelen. Alle activiteiten zijn of waren gelokaliseerd in 9 landen, zonder uitzondering programma- of ex-concentratie-landen. Het merendeel van de inspecties vond plaats in Afrika, slechts drie daarbuiten (Noord-Jemen, Sri Lanka en Peru). Het betreft steeds lage-inkomenslanden. Voor de zgn. MIC's en NIC's kunnen de bevindingen en conclusies niet zonder meer worden toegepast.

De totstandkoming van dit samenvattend rapport heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Het bleek dat de inspectierapporten sterk verschilden, zowel qua vorm als qua inhoud, vanwege de grote verschillen tussen de onderzochte activiteiten. Dat maakte systematisch vergelijking moeilijk. Ondanks het betrekkelijk grote aantal geïnspecteerde projecten (25% van het totaal) heeft het onderzoek een voorlopig karakter. Het is veeleer een illustratieve, explorerende studie, bedoeld om bouwstenen te leveren voor het opstellen van specifieke beleidsrichtlijnen en geleidelijk te komen tot een actieprogramma gericht op veeteeltontwikkeling.

De gedigitaliseerde rapporten zijn een tweede druk uit 1991.