Lopend onderzoek – Mensenrechtenbeleid

De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens werd in 1948 aangenomen. In de 75 jaar die volgden, werd een uitgebreid multilateraal stelsel gecreëerd met een grote verscheidenheid aan internationale verdragen. Maar mensenrechten staan wereldwijd steeds meer onder druk. Dat maakt dat het nu een interessant moment is voor een evaluatie van het Nederlandse mensenrechtenbeleid.

Deze evaluatie richt zich op de diplomatieke inzet en op de financiële steun die aan mensenrechtenprojecten is gegeven in de periode 2017-2022. Er is gekozen voor 2017 als startpunt omdat toen, met het aantreden van het kabinet-Rutte III, de huidige prioriteiten in het beleid centraal kwamen te staan.

Centrale vraag

In hoeverre heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) tussen 2017 en 2022 een effectieve bijdrage geleverd aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen op het terrein van mensenrechten? Welke lessen kunnen hieruit worden getrokken voor toekomstig beleid?

De deelvragen gaan onder andere in op:

  • de wijze waarop is ingespeeld op de veranderde context;

  • de resultaten die zijn behaald op vier prioritaire beleidsterreinen (vrijheid van meningsuiting online en offline, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor LHBTI’s, en het beschermen van mensenrechtenverdedigers en de ruimte voor het maatschappelijk middenveld); 

  • overige mensenrechtenthema’s of landen waarop BZ fors heeft ingezet; 

  • coherentie van beleid.

Werkwijze

Voor deze evaluatie wordt een analyse gemaakt van overheidsdocumentatie. Er worden interviews gehouden met direct betrokkenen en externe deskundigen, en onder ambassadepersoneel zal een survey worden afgenomen. Verschillende landen en permanente vertegenwoordigingen worden door de onderzoekers bezocht. Daarnaast zal literatuuronderzoek worden verricht naar de evidence base op de vier prioritaire beleidsterreinen.

Onderzoekers

Voortgang

  1. Opstellen beleidsreactie
  2. Rapport naar parlement